Met de opheffing van het land de Nederlandse Antillen verdwijnt ook het ambt van gouverneur van de Nederlandse Antillen, een ambt dat in de afgelopen twee eeuwen van grote betekenis is geweest voor de zes eilanden en het Koninkrijk. Dit boek biedt een portrettengalerij van de dertig mannen die sinds 1815 het Koninkrijk als gouverneur dienden. Van iedere gouverneur – Nederlanders tot 1962, sindsdien Antillianen – wordt de levensloop geschetst, met nadruk op de ambtsperiode; het ambtsportret completeert de biografie. De levensschetsen geven een beeld van de (post)koloniale verhoudingen en de ontwikkelingen op de eilanden, maar bieden vooral informatie over achtergrond, macht en onmacht, visie en functioneren van de gouverneurs. In de inleiding worden de ontwikkelingen van het ambt en van het profiel van de gouverneur geschetst tegen de achtergrond van de staatkundige ontwikkeling van de Antillen: van kolonie via autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederland tot de eindfase, waarin het land uiteenviel in zes eilanden met elk een eigen staatkundige positie binnen het Koninkrijk. Een kunsthistorische toelichting op de geschilderde portrettengalerij besluit het boek.
‘De gouverneurs van de Nederlandse Antillen’ werd geschreven in opdracht van het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen. Vier historici – Aart G. Broek, Ronald Donk, Wim Renkema en Dirk J. Tang – schreven de portretten, kunsthistorica Renske van der Zee belichtte de schilderijen. Gert Oostindie leidde het project en tekende voor de inleiding. Hij is directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde te Leiden.
Inhoudsopgave
De gouverneurs van de Nederlandse Antillen: taken, omgeving en profiel sinds 1815
Gert Oostindie ….. 11
Slavernij en koloniale experimenten, 1815- 1866
Wim Renkema ….. 25
A.Kikkert, 1816- 1819 ….. 27
P.R Cantz’laar, 1820- 1828 ….. 33
I.J Rammelman Elsevier sr., 1828- 1836 ….. 39
R.F van Raders, 1836- 1845 ….. 45
R.H. Esser, 1845- 1848 …… 51
I.J Rammelman Elsevier jr., 1848- 1854 ….. 57
R.F.C. van Lansberge, 1856- 1859 ….. 65
J.D. Crol, 1859- 1866 ….. 73
Dood tij, 1866- 1919
Ronald Donk ….. 79
A.M. de Rouville, 1866- 1870 ….. 81
H.F.G. Wagner, 1870- 1877 ….. 87
H.B. Kip, 1877- 1880 ….. 93
J.H.A.W. van Heerdt tot Eversberg, 1880- 1882 ….. 99
N. van den Brandhof, 1882- 1890 ….. 105
Ch. A. H. Barge, 1890- 1901 ….. 111
J.O. de Jong van Beek en Donk ….. 117
Th. I.A. Nuyens, 1909- 1919
Modernisering, 1919- 1951
Dirk. J. Tang ….. 129
O.L. Helfrich, 1919- 1921 ….. 131
N.J.L. Brantjes, 1921- 1928 ….. 137
L.A. Fruytrier, 1929-1929 ….. 143
B.W.Th. van Slobbe,1929- 1936 ….. 149
G.J.J. Wouters,1936- 1942 ….. 155
P.A. Kasteel, 1942- 1948 ….. 161
L.A.H. Peters, 1948- 1951 ….. 169
Statutaire Autonomie
Aart G. Broek ….. 175
A.A.M. Struycken, 1951- 1956 ….. 177
A.B. Speekenbrink, 1957- 1961 ….. 183
N. Debrot, 1962- 1970 ….. 189
B.M. Leito, 1970- 1983 ….. 195
R.A. Römer, 1983- 1990 ….. 201
J.M. Saleh, 1990- 2002 ….. 207
F.M.d.l.S, Goedgedrag, 2002- 2010 ….. 213
De geschilderde gouverneursportretten
Renske van der Zee ….. 219